Tijdig uw cv-ketel bijvullen, voorkomt storingen aan uw verwarmingsinstallatie. De cv-installatie moet worden bijgevuld als de druk in de ketel, in koude toestand, tot 0,8 bar gedaald is. In de meeste gevallen kunt u dit teruglezen via een manometer op de cv-ketel. Met behulp van de onderstaande instructie kunt u de cv-installatie eenvoudig zelf bijvullen.
Werkwijze
- Zet de verwarming door middel van de thermostaat op de laagste stand.
- Haal de stekker van uw cv-ketel uit het stopcontact. Bij een digitaal display kunt u de cv-ketel uitschakelen met de aan/uit knop.
- Laat het toestel ongeveer een halfuur afkoelen.
- Heeft u een digitaal display? Dan dient u deze weer aan te zetten om de druk te kunnen aflezen. Sluit de vulslang aan op de waterkraan bij de cv-ketel en zet een emmer onder het uiteinde van de slang.
- Vul de slang vervolgens helemaal met water zodat er geen lucht meer in zit en draai daarna de waterkraan dicht.
- Sluit de vulslang aan op de vulkraan van de cv-ketel.
- Zet eerst de waterkraan waar de vulslang op aangesloten is open.
- Nu kan de vulkraan geopend worden door de hendel een kwartslag tegen de klok in open te draaien, zodat de hendel in het verlengde van de vulkraan staat.
- Kijk op de display van uw cv-ketel en vul deze bij tot ongeveer 2 bar.
- Sluit de vulkraan van de cv-ketel en daarna de waterkraan.
- Koppel de vulslang los en laat het water in een emmer lopen.
- Stop de stekker van uw cv-ketel weer in het stopcontact.
- Zet de kamerthermostaat of ketelthermostaat op de gewenste stand.